Dit is de Liemers: de polder die de grens was van het Romeinse rijk, die tot tweehonderd jaar geleden bij hertogdom Kleve hoorde en waar veel mensen nog moeiteloos Duits spreken omdat het in de genen zit.
Het gebied dat ingeklemd ligt tussen Arnhem, de Achterhoek en de Duitse grens; de streek waarvan de meeste Nederlanders niet eens weten dat het bestaat.
Terwijl de Betuwelijn en snelwegen aan het gebied knagen, blijft het moeiteloos overeind tussen Arnhem met zijn historische parken, de weidse natuur van de Veluwe, de heuvels van Montferland, het Duitse Hoch Elten dat uittorent boven de Gelderse Poort, de IJssel, de Achterhoek, het Pannerdens Kanaal, en de Waal die zich naar Nijmegen slingert.
Klompenpaden en struinroutes zijn er. Konikpaarden, Galloway runderen, ooievaars, zwarte sterns, reeën, soms een zeearend, boomvalk, roerdomp, en heel veel kleine rietvogels. Wanneer je hier eenmaal bent, wil je hier nooit meer weg. Of je komt er weer terug, zoals ik....
Je mag wel gaan, als je perse wilt; de grenzen met Duitsland en de provincies liggen dichtbij. Daar is het ook mooi, dat is waar. Maar het is nergens zo mooi als in de Liemers....